In Halle Gewonnen en Geboren DEN DRIES

Halfvasten rond 1910

In die dagen tussen vastenavond en halfvasten zag men nog een ander ongewoon beeld in onze straten.  Ik bedoel de “,Lopers”. Ik weet nog van twee vrolijke en volkse kerels.  Jeuf de Loper, een kaartjesknipper in de “statie" en Jeuf Kat, een kapper of in die tijd beter gezegd: nen baardscheerder, want toen duwde men u een telloor met een inham onder de kin en met gewoon zeepwater zeepte Jeuf Kat met de rug van zijn linkerhand u forsig de baard in. Gekleed in harlekijn of in klown, met klokjes rond de hals, de polsen, de lenden en de knieën liepen die “lopers", niet gemaskerd, heel ernstig, met korte pasjes al rinkelend van staminee tot staminee. Ze bestelden al dansend een pint die ze meestal betaald kregen door vrienden of de baas zelf en liepen onvermoeibaar ai rinkelend verder zonder één woord te spreken. Dit deden die twee sympathieke kerels met overtuiging en onverklaarbare drang zonder nochtans te weten dat het een overlevering was onzer voorvaderen: het aankondigen van het ontwaken van een nieuw leven, de komst van de lente.

De Lopers waren in Halle door en door bekend. U moet dan ook niet zoeken waarom ze Jeuf, de ‘Loper’ noemden.  Hij was een kalme, droge zwanzer met altijd een kwinkslag als wederwoord.

Velen onder ons zullen ook nog Max de Loper gekend hebben.  Een Pallieter die men nooit kon opsmijten».  Hij verdeelde in Halle, Het Laatste Nieuws, Het Kanton Halle, Le Soir... pour demain, en andere bladen van blauwe kleur. Toen een vriend van mij, om hem te plagen, eens vroeg: Max, hebt ge De Schelde, niet? (Dit was een katholiek blad uit Antwerpen) antwoordde Max raak: "Neeje, ik hem ni as De Zenne en de Voet!".  Ne geestige pei.